Inspectiepunten Ladders & Trappen ( NEN 2484 )
Algemene Inspectiepunten:
- Controle op beschadigingen, deuken, scheuren, verbuigingen, vormen van slijtage;
- Controleer de staat van materiaal;
- Overmatige corrosie is niet toegestaan
- Controle van de rechtheid;
- Controle van alle verbindingen;
- Het beslag dient degelijk bevestigd te zijn zonder speling;
- Controle op verkleuringen van het aluminium. Wordt aluminium plaatselijk dof, dan heeft het mogelijk een te zware belasting gehad;
- Controle van het functioneren
- Controle van de aanwezigheid van de materialen. Is de ladder of trap nog compleet;
- Controle op interingen van het materiaal;
- Controle van de afdekdoppen;
- Controle van de ladder en trapvoeten op profiel, aanwezigheid en mate van uitdroging;
- Controle van het functioneren in gebruiksstand;
- Het antislip loopvlak dient intact te zijn. Dat wil zeggen er dient een antislipfunctie gewaarborgd te zijn.
Inspectiepunten Uitgewerkt Per Onderdeel:
- Ladderbomen en trapstijlen; dienen recht te zijn. Beschadigingen in de vormen van deuken mogen beperkt voorkomen. Lichte ondiepe deuken zijn toegestaan zolang het geen scherpe inkeping betreft. In ladderbomen en trapstijlen mogen geen gaten zijn aangebracht anders dan door de fabrikant aangebracht.
- De sporten en/of treden; dienen recht te zijn. Beschadigingen als scheuren, gaten en deuken zijn niet toegestaan.
- sport-boomverbinding; Er mogen geen beschadigingen worden geconstateerd in de sport-boomverbinding. Bij aluminium ladders welke voorzien zijn van een felsrand komt dit fenomeen wel voor. Haarscheurtjes zijn hier toegestaan mits ze niet doorlopen tot in de ladderboom. Als haarscheurtjes in laswerk wordt geconstateerd dient de ladder of trap afgekeurd te worden.
- Beslag van ladders en trappen; Onder beslag van ladders en trappen worden onder andere opsteekhaken, ladder geleidehaken, schuifhaken, valhaken en beugels verstaan.
- Bevestigingsmaterialen; Onder bevestigingsmaterialen van ladders en trappen worden onder andere verstaan: bouten, moeren, schroeven, popnagels, spieën, lassen, lijmen, bevestigingsstrippen en overig ijzerwerk.
- Reformpennen en reformhaken hebben als functie dat ze een reformladder in reformstand kunnen zetten.
- Spreidstand beveiliging; Bij reformladders en bij trappen is een spreidstand beveiliging verplicht. De spreidstand beveiliging voorkomt dat trappen en reformladders onder een te grote hoek kunnen worden geplaatst. Spreidstandbeveiligingen kunnen worden uitgevoerd in de vorm van nylon banden, aluminium strippen of bijvoorbeeld door middel van een bordes scharnier.
- Stabiliteitsbalk; Een stabiliteitsbalk verzorgt een stabiele positie bij het plaatsen van een ladder op bepaalde typen ondergrond. Een stabiliteitsbalk kan zijn uitgevoerd als koker- of als buisprofiel. Stabiliteitsbalken moeten op beschadigingen, maar ook op de rubberen einddoppen worden gecontroleerd. Deze rubber einddopen mogen niet gescheurd, versleten of uitgedroogd zijn. De einddopen zijn versleten als er onvoldoende profiel op zit d.w.z. minder dan 1mm. Bij vervanging dienen beide doppen te worden vervangen.
- Optrektouwen; kunnen zijn gemaakt van sisal, polypropyleen of nylon. Een belangrijk keuringspunt is het functioneren van het optrekmechanisme. De touw dikte dient minimaal 8 mm te bedragen.
- Laddervoeten en trapvoeten; zijn verplicht bij enkele en meervoudige ladders en trappen. De laddervoeten mogen niet gescheurd zijn. De laddervoeten zijn versleten als er onvoldoende profiel op zit d.w.z. minder dan 1 mm. Bij vervanging dienen beide doppen te worden vervangen.
- De afdekdoppen, ook wel afdekkappen, eindstukken, opvulblokken; genoemd hebben als functie dat ze voorkomen dat de ladderbomen beschadigen als ze tegen een object geplaatst worden. Ook wordt de kans op het directe verschuiven van de ladder verkleind. Deze accessoires mogen niet te veel zijn afgesleten en niet gescheurd zijn. Men moet controleren dat de bescherming tegen stoten of beschadigen nog voldoende blijft.
- Sportlatten, ook wel versterkingsstrip, sportstrips, schoorstrips; genoemd, hebben als functie dat ze het doorbuigen van de onderste sporten voorkomen. Hiervoor zijn strips of latten aan de zijkant van de sporten bevestigd in het verlengde van de ladderboom.
- Uitschuifbegrenzing;Meerdelige ladders dienen te beschikken over een mechanisme dat het te ver uitschuiven van de ladder begrenst. Deze uitschuifbegrenzing kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Een aantal voorbeelden zijn:
– Uitstekende nokken of pallen aan de buitenkant van de ladderbomen;
– Aluminium strippen of houten latten die zich bevinden tussen de twee bovenste sporten van het eerste en tweede ladderdeel;
– Webbanden;
– Een in de constructie van de ladder ingebouwde uitschuif belemmering.
- Steunbeugel, ook wel kniebeugel; De steunbeugel, ook wel kniebeugel genoemd dient gebruikt te worden als de bovenste standplaats een vergroot stavlak is die dieper is dan 1 trede. De steunbeugel dient gecontroleerd te worden op aanwezigheid, beschadiging en of deze spelingvrij bevestigd is.
- Bordes; Het bordes vervult de functie van staplateau. Voor de duidelijkheid, deze mag alleen worden betreden als de trap voorzien is van een steunbeugel.